September 2018
“Voor rustzoekers” staat er te lezen op onze website en facebookpagina. Maar wat ervaar je als rust?
Als klein meisje groeide ik in de jaren ‘70 van de vorige eeuw op in een schippersinternaat in Rotterdam-Zuid, niet ver van het Feyenoord stadion. De wijk heette toen Sportdorp en zo heet het denk ik nog steeds. En een dorp dat was het eigenlijk ook, maar dan binnen de stad. Er reed zeker wel verkeer door de wijk, maar lang niet zo veel en niet zo chaotisch als dat nu het geval is. Wat reed er zoal? Eigenlijk enkel de “dorpsbewoners” (die, in tegenstelling tot wat vandaag de dag normaal is, niet twee of drie auto’s per huishouden tot hun beschikking hadden, maar gewoon één bolide voor de deur of op de weg ), daarnaast nog buslijn 75, die op de hoek stopte, wat brommers en verder enkel de vrachtwagens die ons schippersinternaat en de buurtsuper VéGé (kent u het nog?) kwamen bevoorraden. Dat alles slechts één afslag verwijderd van de grootste verkeersader van Rotterdam-Zuid, de Olympiaweg. Een enkele keer werd de rust in ons “dorp” verstoord door zgn. “kuipgangers”: een massa Engelse voetbalhooligans die luid lallend langs ons gebouw marcheerden of een grote schare Bruce Springsteen-fans die voorafgaand aan een concert in de Kuip nog even een broodje kroket kwamen scoren in snackbar “de Put” bij ons aan de overkant.
Tot zover de relatieve rust uit mijn jeugd…
Als iets minder klein meisje, werkte en woonde ik in het midden van de stad. Aan een behoorlijke drukke weg. Dag en nacht voorbijrazende vrachtwagens, toeterende taxi’s, sirenes, fietsbellen, dronken mannen, kijvende vrouwen, krijsende kinderen en ‘s nachts snerpte tramlijn 5 door de bocht. Vooral in de winter ging dat door merg en been. Maar alles went en op den duur slaap je gerust overal doorheen. Een jaar later woonde ik in een gezellige volksbuurt. Elke zaterdagmorgen was het plan om uit te slapen gedaan als het draaiorgel onder mijn raam haar vrolijke deuntjes uitspuugde.
30 jaar later woon ik met mijn gezin in het ieniemienie watersportdorp Earnewâld in Friesland. Het Nationaal Park “de âlde Feanen” ligt zowat in onze achtertuin. ‘s zomers is het er gezellig druk met veel bootjesvolk en andersoortige toeristen van allerlei pluimage. Elke zondag is er wat leuks te doen en de buurtsuper doet ook dan goede zaken. Maar als de zomer voorbij is, leven we ineens ineen heel ander dorp, lijkt het wel. In het najaar en winter kun je er een bom afschieten zonder dat je iemand raakt. Behalve wanneer er ijs ligt; dan ontploft heel Fryslân: “it giet oan” en iedereen wil dan schaatsen, koek en zopie en is het weer gedaan met de rust.
Dat brengt me terug naar de essentie van dit verhaal. Die rust die we thuis ervaren, het natuurschoon en het onthaasten, dat kwamen we ook tegen in Hongarije. En nee, niet in Budapest, niet in Balaton. Daar is het megadruk!! Druk met verkeer en druk met toeristen.
In ons slaperige dorpje helemaal aan de andere kant van Hongarije, in het oosten, zijn geen hordes toeristen. Enkel een handvol vakantiegangers die net als wij ofwel een huisje huren of verhuren. Er rijdt in ons dorp vrijwel enkel bestemmingsverkeer want verder dan daar kom je niet. Je vind er geen hip restaurant, sushibar, nachtclub of boulevard om te flaneren.
Wat je er wel vind?? RUST!
Ons huisje is gelegen aan een onverharde weg en die wordt bruut doorkruist door een spoorweg. Oeiiiii….hoor ik u als lezer denken: een trein!!!! . Jazeker, er rijdt welgeteld 4x per dag een tweewagonstreintje langs, 2x heen en 2x terug. We noemen haar liefkozend Piroska (Rooie). Voor ons betekent dat wanneer ze langsrijdt het tijd is om uit het zwembad te klauteren en koffie te zetten.
Achter de spoorweg gaat de onverharde weg verder in een zandpad dat enkel wordt bereden door landbouwverkeer en de mannen van de verderop gelegen viskwekerij. In augustus als er geoogst wordt, dan rijden er zeker wel 15 landbouwvoertuigen door onze straat. Ayay….15… Op een dag dan!
Nu was het september. Ik ging even aan de wandel. De velden waren al grotendeels kaal. De lucht zinderde van de hitte die nog afkwam van de velden. 33 graden was het nog. Een enkele tractor bromde nog wat in de verte maar tijdens mijn wandeling over het zandpad overviel me plotseling het besef: Man, wat is het hier eigenlijk stil. Bijna eng, zo stil. Dat zijn we niet meer gewend: gewoon helemaal niks horen. Is dat dan wat “rustzoekers” bedoelen….ultieme stilte.
Ik zeg: als het je overkomt, geniet ervan, luister naar die stilte, want erg vaak zul je dat niet meer meemaken.
Onderstaand filmpje is gemaakt op 6 september 2018 met het volume voluit….